In Antwerpen spreek ik in een koffiebar af met Ellen Van Pelt, schrijfster en coördinator van PEN Vlaanderen. Ze komt me vertellen over de organisatie die zij zo nauw aan haar hart draagt. PEN zet zich in voor vrije meningsuiting, en sinds april 2023 leidt Ellen de Vlaamse afdeling daarvan in goede banen. Dat doet ze naast zelf ook schrijver te zijn, met heel veel passie. We bestellen elk een jasmijnthee en praten over schrijvers op de vlucht, en wat een privilege het is om een boek te kunnen publiceren.
Door Lora De Baeremaeker
We benaderen de mensen die bij ons hulp komen zoeken als schrijvers en collega’s, niet als vluchteling
Hoe doet PEN Vlaanderen aan literair organiseren?
Het literair organiseren op zich omvat slechts een deel van onze organisatie. Het grootste deel van ons werk bestaat uit het ondersteunen van auteurs die gevlucht zijn of bedreigd worden. Dit zijn auteurs die in eigen land een literaire carrière opgebouwd hebben, maar door bepaalde reden vluchteling zijn geworden. Dan zakt het literaire helemaal in elkaar, dus daar proberen wij ondersteuning te bieden door bijvoorbeeld proefvertalingen te maken, of door die auteurs te koppelen aan een bekende schrijver van hier. Dat laatste is een tandem-project dat we nu aan het uitwerken zijn. Daarnaast organiseren we jaarlijks Free the Word, nu in samenwerking met Behoud de Begeerte. Dan doen we op de Dag van de Gevangen Schrijver, een evenement waarbij de vrijheid van meningsuiting centraal staat.
Hoe komen auteurs bij jullie terecht?
Meestal gaat dat via auteurs die ons al kennen, die geven dat door en zo verspreidt dat zich. Vaak stappen mensen ook zelf op ons af. Die helpen we dan op verschillende manieren.
Eén van die manieren is de PEN-flat. Dat is een initiatief dat we in samenwerking met ICORN (International Cities of Refuge Network, nvdr) uitvoeren. ICORN is gelinkt aan PEN, maar is op zich een onafhankelijke organisatie. Zij vormen een netwerk van steden over de hele wereld die kunstenaars op de vlucht opvangen. Zij krijgen de aanvragen binnen en checken dan of het effectief gaat om een kunstenaar. Daarna linken ze die persoon aan een gaststad, waar zo’n flat aanwezig is. Wij hebben een flat in Antwerpen, Passa Porta heeft er één in Brussel, en in Leuven en Mechelen zijn ze nu ook aan het kijken om dat op te starten. Zo kunnen wij voor bepaalde schrijvers onderdak vinden, en bij anderen gaan we op maat op zoek naar iets. Dan gaan we kijken wat we voor die persoon kunnen doen.
Het is voor mij als schrijver vanzelfsprekend om mijn collega-schrijvers bij te staan
Hoe ben jij bij PEN terechtgekomen?
Dat gebeurde via een andere schrijver die bij PEN zat, en die ik kende. Ik ben dan in het bestuur getreden, en sinds april 2023 ben ik als coördinator aan het werk. Dat wil zeggen dat ik de verschillende projecten opvolg die aan het lopen zijn. We werken ook met een bestuur, en daarbinnen heeft iedereen een eigen taak. Elk bestuurslid neemt iets op zich, zoals communicatie of podium. Maar de rollen zijn niet strikt gescheiden, we hebben allemaal een beetje een gemengde functie.
Ik ben zelf schrijver, en ben in 2015 gedebuteerd. Ik kon mijn boek gewoon publiceren, en heb daar nooit problemen mee gehad. Dan hoor ik verhalen over andere schrijvers, die zoveel moeite hebben met publiceren, of na publicatie in de problemen komen. En dan is het voor mij als schrijver vanzelfsprekend om mijn collega’s daarbij te helpen en bij te staan. Alle collega’s bij PEN zijn zelf ook schrijver, en iedereen heeft dezelfde insteek. Schrijvers voor schrijvers. Dat is volgens mij echt een meerwaarde, en ik merk dat ook aan de schrijvers die bij ons hulp komen zoeken. Zij appreciëren het dat wij hen benaderen als schrijvers en collega’s, en niet als vluchteling, wat voor hen een groot verschil maakt.
Waar ben je het meest trots op bij PEN?
Wij werken heel vaak met een Lege Stoel. Dat is een stoel die we op het podium zetten, als symbool voor iemand die er dan niet bij kan zijn. We lezen dan fragmenten voor uit het werk van die auteur. Op dit moment hebben we vijf ambassadeurs gevraagd om een jaar lang op al hun lezingen zo’n stoel mee te nemen. Op die manier adopteren zij een gevangen schrijver. Dat project hebben we gelanceerd tijdens Free the Word. En als dat klaar is, wil ik me helemaal inzetten op het tandem-project. Op die projecten ben ik echt heel trots.
Wat brengt de toekomst voor PEN?
Ik hoop vooral dat wij in de toekomst meer mensen zullen kunnen bereiken. Ik merk dat er nog altijd schrijvers zijn die ons nog niet kennen, dus willen we echt wat meer inzetten op onze naamsbekendheid. En ik denk dat we ons ook meer en meer gaan moeten richten op vrijheid van meningsuiting in eigen land, jammer genoeg. We krijgen de laatste tijd heel wat signalen van schrijvers van hier dat er aan hun vrijheid geknabbeld wordt. Sinds kort zijn er bijvoorbeeld sensitivity readers, wat voor een complex gegeven zorgt. Schrijvers krijgen het gevoel dat ze niet helemaal vrij zijn om te schrijven wat ze willen. Wij bij PEN willen nu vooral zicht krijgen op de situatie. We beginnen nu met een reeks inzendingen waarbij we elke maand aan iemand van hier vragen of ze ooit iets uit hun tekst hebben moeten halen en waarom, en daarna kunnen we kijken wat hier de beste aanpak voor is.
In de zomer was de eerste versie van mijn boek klaar, en toen heb ik besloten om twee derde te schrappen. Dus ik heb nog wel wat werk
Lukt het voor jou om je werk bij PEN te combineren met schrijven?
Nu nog niet (lacht). Ik ben nog aan het zoeken naar een systeem dat goed werkt. Ik ben ook nog maar net begonnen bij PEN, waardoor er zeker veel bij komt kijken, en daarnaast heb ik ook een gezin, maar ik hoop om binnenkort mijn dagen meer te kunnen afbakenen zodat ingeplande schrijfdagen ook echt schrijfdagen blijven. Dat ga ik ook echt nodig hebben, want in de zomer was de eerste versie van mijn volgende boek klaar, en dan heb ik besloten om twee - derde te schrappen (lacht). Het is namelijk nogal complexe materie. Ik kom uit een familie van een meubelfabrikant, en mijn overgrootvader heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog meubelen voor de Duitsers geproduceerd; die moest daarvoor de gevangenis in. Mijn boek gaat over dat jaar in de gevangenis. Mijn grootvader is dat verhaal beginnen vertellen toen hij begon te dementeren, en dan ben ik de archieven ingedoken. Maar het is moeilijk, zeker met mijn familie, omdat dat verhaal altijd is verzwegen. Het ligt dus erg gevoelig, en ik weet bijvoorbeeld niet hoe ik het ga doen met de namen. Daar heb ik nog best veel werk aan.
Daarbij komt ook dat er geen PEN-kantoor bestaat. We hebben wel ergens een opslagkast en onze maatschappelijke zetel, waar ik elke week de post ga halen, maar voor de rest gebeurt alles thuis. Dat moet ik nu wat beter organiseren, want ik schrijf en werk in dezelfde kamer, en dat gaat niet zo goed. Dat zijn twee werelden, en daar zou ik graag twee ruimtes voor hebben. Misschien kan ik de kamer in twee delen met een wand, dan is er toch een soort scheiding (lacht).
Wat is je laatste literaire ontdekking?
Wel, ik was net nog tegen mijn vriend aan het klagen dat ik al heel lang geen boek meer heb gelezen die me echt volledig inneemt, dus ik heb vooral minder goede boeken gelezen (lacht). Het laatste wat me echt heeft meegesleurd was In het Droomhuis van Carmen Maria Machiado. Dat was echt een heftig boek, met een onderwerp waar ik nog nooit op die manier had bij stilgestaan. Ze mengt het persoonlijke verhaal met andere literatuur, en die afwisseling was heel leuk. Het is wel best een melige titel.
Volg hoe auteurs in de bres springen voor auteurs op de website van PEN Vlaanderen.
コメント