Op bezoek bij Bibliotheek Sint-Niklaas
- 15 sep
- 6 minuten om te lezen
Het is maandagnamiddag als ik bij de bibliotheek van Sint-Niklaas toekom. Karolien De Roos, medewerker Activiteiten bij de bib, wacht me op. Ze neemt me mee naar de derde verdieping, waar het hoofdkwartier van de activiteiten zich bevindt. De plek waar alle literaire plannen worden bekokstoofd. In het gesprek dat volgt, hebben we het over lezen, de curatie van een festival en de kinderstadsdichter van Sint-Niklaas.
Door Lora De Baeremaeker

“De bib is zoveel meer dan enkel boeken. We willen mensen literatuur laten beleven, met plezier en beleving centraal.”
Hoe doet Bibliotheek Sint-Niklaas aan literair organiseren?
Ik denk dat wij als bibliotheek eigenlijk heel veel doen op vlak van literair organiseren. Voor ons is het belangrijk dat de bib meer is dan enkel boeken. We willen mensen ook literatuur laten beleven. Plezier en beleving staan centraal. Zo maken we literatuur tastbaar voor een breed publiek. We hebben bijvoorbeeld als enige stad in Vlaanderen een kinderstadsdichter, en een heleboel langdurige programma’s waar we bijzonder trots op zijn. Zo bestaat Poëzie op zondag inmiddels al vijftig jaar. Elke maand nodigen we dichters uit — zowel grote namen als minder bekende stemmen — en brengen we poëzie gratis naar een breed publiek.
Daarnaast hebben we in Sint-Niklaas natuurlijk ook de Paul Snoek Poëzieprijs. Paul Snoek is dé dichter van de stad, en die prijs is voor ons heel waardevol. We werken samen met fijne juryleden en kunnen dichters een mooie bekroning bieden. Er zijn in Vlaanderen niet zoveel poëzieprijzen, dus we koesteren die traditie enorm.
We zetten bewust sterk in op activiteiten. Ons activiteitenbureau is daar helemaal rond gebouwd: met een team van meerdere collega’s organiseren we lezingen, boekvoorstellingen en tal van andere activiteiten, vaak in samenwerking met partners. Om de twee jaar organiseren we ook het festival Archipel. Dat is een literair festival dat ooit spontaan in de stad is ontstaan en dat wij samen met het cultuurcentrum hebben omarmd. We weten dus niet exact de hoeveelste editie het dit jaar zal zijn, maar in de huidige vorm is het alleszins de derde.

Kan je wat meer vertellen over Archipel?
Archipel bestaat al meer dan twintig jaar , maar sinds 2021 werken we met een nieuwe formule: met een curator en een thema. Nu kiest een curator de klemtonen en ontstaat er telkens een samenhangend programma. Dat maakt elke editie uniek. Christophe Vekeman beet de spits af in 2021, in 2023 volgde Kristien De Wolf, en in 2025 is het de beurt aan Angelo Tijssens. Wat ik daar mooi aan vind, is dat je telkens een frisse blik krijgt en het festival zichzelf kan heruitvinden.
Qua locaties zijn we ook geëvolueerd. De vorige edities vonden plaats in de Paterskerk, met een lineair programma op één plek. Nu spreiden we ons uit over de hele cultuursite: de Stadsschouwburg, de academie, de bib zelf en zelfs de Siniscoop (Pathé) Zo krijgt het festival meer dynamiek, en eigenlijk dromen we ervan om ooit echt de hele stad in te nemen.
Het programma van dit jaar is bijzonder veelzijdig. Een reeks waar ik zelf heel hard naar uitkijk heet Gewoon aan beginnen. Daarin nemen enthousiaste sprekers klassieke werken onder de loep die zogezegd iedereen kent, maar die vaak amper gelezen worden. Ruth Joos gaat twee keer in gesprek met twee gasten. Op zaterdag met Annelies Verbeke en Charlotte De Bruyne over Een revolverschot van Virginie Loveling en op zondag duiken ze in De Toverberg van Thomas Mann, samen met Jens Dendoncker en Corinne Heyrman. Het zijn boeken die soms als onleesbaar of zwaar worden gezien, maar door echte fans met vuur gebracht, krijgen ze nieuw leven.
Daarnaast is er ook de avant-première van Julian, de debuutfilm van Cato Kusters, waarvoor Angelo Tijssens mee het scenario schreef. Dat soort multidisciplinaire insteken vinden we belangrijk: literatuur in dialoog met kunst, film en andere vormen. En dat maakt Archipel net zo bijzonder.
“Mijn droom is dat Sint-Niklaas een vaste plek krijgt op de literaire kaart, een stad waar je literatuur echt kan beleven.”
Jullie hebben een kinderstadsdichter, hoe werkt dat?
In Sint-Niklaas hebben we geen stadsdichter, maar wél een kinderstadsdichter. Dat is echt uniek: voor zover we weten zijn wij de enigen in België die dat doen. Om de twee jaar lanceren we een oproep voor een nieuwe kinderstadsdichter. Jongeren tussen 12 en 15 jaar die wonen of school lopen in Sint-Niklaas kunnen deelnemen. Zij sturen twee gedichten in en een telkens wisselende jury kiest de nieuwe kinderstadsdichter.
Sinds 2024 is dat Emilia De Geest. Zij schrijft en draagt voor op heel uiteenlopende momenten: bij de heropening van de Grote Markt, tijdens de Vredefeesten, maar evengoed voor Sinterklaas en Wereldlichtjesdag. Dat maakt het bijzonder speels en tegelijk betekenisvol.
Omdat ze nog jong zijn, krijgen de kinderstadsdichters begeleiding van een coach. Het is mooi om te zien hoe ze daarin groeien. Stel je voor: twaalf jaar oud zijn en voordragen voor een zaal vol literatuurliefhebbers. Dat vraagt lef, maar ze doen het telkens opnieuw. Voor ons is dat een prachtige manier om kinderen een stem te geven en poëzie echt te laten leven.

Hoe ben jij bij de bib terechtgekomen?
Ik werk hier nog niet zo heel lang, sinds mei 2024. De bib zocht toen iemand om de literaire werking meer vorm te geven, omdat er steeds meer initiatieven bijkwamen. Toevallig was ik net in Sint-Niklaas komen wonen en toen ik de vacature zag, dacht ik meteen: dit wil ik doen. Ik heb altijd al in een bibliotheek willen werken.
Archipel was trouwens meteen een van de dingen die hoog op mijn lijstje stonden. Dit jaar organiseer ik de editie voor het eerst mee. De vorige, in 2023, heb ik natuurlijk niet gedaan, maar ik heb er alles over gelezen en mijn collega’s die het toen organiseerden, zijn er gelukkig nog altijd bij betrokken. Daar leer ik enorm veel van. Een festival op poten zetten doe je niet op één-twee-drie. Maar ik geef er ook mijn eigen draai aan, durf dingen te proberen. En ik ben heel blij dat ik kan bouwen op zoveel ervaring en expertise hier.

Waar ben je het meest trots op?
Misschien is het wat vroeg om dat te zeggen, maar ik ben toch wel heel trots op Archipel. We hebben een heel andere manier van werken gevonden, met nauwe samenwerkingen, niet alleen met de vaste culturele partners in de stad maar ook met nieuwe spelers. Dat is voor ons allemaal behoorlijk nieuw. Soms denk ik: ik heb geen idee wat ik aan het doen ben. Maar we dóen het wel, en dat geeft energie.
Twee jaar geleden had ik nooit gedacht dat ik dit zou doen. Het is spannend om uit te proberen en tegelijk heel fijn om te zien wat we al bereikt hebben, nog vóór het festival echt begint. En eerlijk: ik ben ook gewoon heel blij dat we Angelo Tijssens als curator hebben kunnen strikken. Alleen dat voelt al als een succes. Dus ja, als ik nu iets moet noemen: Archipel. Daar ben ik echt trots op.
“Archipel is voor mij hét bewijs dat literatuur kan bruisen in de stad, in dialoog met kunst, film en zoveel meer.”
Wat brengt de toekomst?
Voor de toekomst zie ik vooral: meer. Ik heb nog zoveel ideeën voor Archipel. Omdat ik hier pas in 2024 begonnen ben, had ik nu niet de tijd om het hele festival helemaal te herdenken. Dat vraagt een langere adem. Maar binnen vijf à tien jaar zie ik het echt groter worden.
Mijn droom is dat Sint-Niklaas een vaste plek krijgt op de literaire kaart. Dat mensen niet alleen naar Gent of Antwerpen trekken, maar dat ze ook hierheen komen voor literatuur. Dat de stad bekendstaat als een plek waar je literatuur kan beleven. We zetten daar nu al mooie stappen in, en ik hoop dat we dat de komende jaren verder kunnen uitbouwen.
Wat is je meest recente literaire ontdekking?
Mijn meest recente ontdekking is Man maakt stuk van Maurits de Bruijn. Op het eerste gezicht sprak de cover me niet echt aan, maar toen ik begon te lezen, was ik echt verrast. Ik had nog nooit zoiets gelezen. Het boek zet je aan het denken, zonder moraliserend te zijn. Het is knap geschreven, soms expliciet, maar daardoor ook heel krachtig.
Ik las het voor de Leesjury, maar helaas heeft het de selectie van dit jaar niet gehaald, want misschien toch wel te expliciet voor zestienjarigen. Het is een boek dat me wakker heeft geschud en waarvan ik meteen dacht: ik wil álles van deze auteur lezen. Maurits de Bruijn is echt iemand om in de gaten te houden.
Ontdek meer over Archipel op de website.
