Op een zonnige voormiddag in augustus ben ik uitgenodigd in de Blikfabriek, de creatieve site waar het kantoor van het literair productiehuis VONK & Zonen is gevestigd. Ik heb er afgesproken met Pim Cornelussen, artistiek en zakelijk coördinator van VONK & Zonen sinds begin 2022. Op de gezellige binnenkoer gaan we in de zon zitten, en verhuizen al snel naar de schaduw wegens aanhoudend gezweet. In de koelte vertelt Pim me graag over wat VONK & Zonen nu precies doet, hoe hij dat in goede banen probeert te leiden, en dan ook nog af en toe gedichten schrijft.
door Lora De Baeremaeker

We stelden ons de vraag: ‘Wat voor huis gaan we worden?’
Hoe doet VONK & Zonen aan literair organiseren?
VONK & Zonen heeft een bijzondere structuur, aangezien we als organisatie uit een klein team bestaan, maar we daarrond wel met veel literaire makers werken die zelf projecten dragen. Het Watlab bijvoorbeeld, de residentieplek van VONK & Zonen, wordt gecoördineerd door literair maker Carmien Michels. Voor De Eenzame Uitvaart werken we telkens met stadscoördinatoren, die dan ook literair maker zijn en vanuit die positie mee de koers van het project bepalen. Bij alle projecten die we ondersteunen proberen we dus literaire makers mee aan het stuur te zetten.
Die manier van werken zit echt in het DNA van VONK & Zonen. De organisatie is oorspronkelijk opgericht door vier dichters, die een manier zochten om zelf hun literaire projecten te organiseren. Toen ik begon, zo’n anderhalf jaar geleden, hebben we uiteindelijk besloten om af te stappen van het zelf organiseren, aangezien we vonden dat we onze organisatie moesten opentrekken voor meer diverse literaire makers. Toen stelden we ons de vraag: ‘wat voor huis gaan we worden?’ We zijn er dan op uitgekomen om een beetje het omgekeerde te gaan doen dan wat de meeste organisaties in België doen. Er zijn heel veel organisaties die hun eigen werking hebben en daar heel goed in zijn, en dan literaire makers erbij vragen of in die werking plaatsen. Wij wilden eerder een organisatie worden waar makers kunnen aankloppen met een project en de vraag hoe ze dat mogelijk kunnen maken. Dat idee hebben we dan als uitgangspunt genomen, gecombineerd met een aantal projecten die we zodanig belangrijk vonden dat we die een plekje in de kern van VONK & Zonen hebben gegeven, zoals het Watlab en De Eenzame Uitvaart.
In de literatuur bestaat er eigenlijk geen equivalent van een dramaturg - die rol proberen wij in te vullen.
Is die invulling, dat makers bij jullie aankloppen, wat VONK & Zonen uniek maakt?
We doen natuurlijk beide, maar ik denk dat de focus die we daarop leggen inderdaad uniek is. Ik probeer er heel erg op te letten dat we niet de hele tijd met dezelfde makers werken. We zijn nu bijvoorbeeld gestart met een tweemaandelijks koffie-uurtje, waarbij makers hun project kunnen pitchen op een laagdrempelige manier, of waarin we kunnen meedenken waar het project terecht zou kunnen komen. Dat zorgt er soms voor dat we af en toe een soort loketfunctie krijgen, maar dat is zeker niet erg, aangezien we op deze manier veel input krijgen over wat er speelt tussen makers. Wat ook zeker uniek is aan VONK & Zonen, is dat er knowhow in huis is en er steeds ook artistiek advies kan gegeven worden, en niet enkel productioneel of administratief bijvoorbeeld. In de literatuur bestaat er eigenlijk geen equivalent van een dramaturg. Je hebt wel redacteuren voor schrijvers die boeken publiceren, maar een literaire dramaturg voor ook andere literaire projecten bestaat niet echt, en die rol proberen we in te vullen. De Vonk is hier een mooi voorbeeld van. Die hebben we vorig jaar voor het eerst uitgereikt aan een vernieuwend literair project, en die bestaat uit een stimuleringsprijs en artistieke begeleiding. Dat traject omvat volledig wat we doen en waar we voor staan.

Hoe ben jij bij VONK & Zonen terechtgekomen?
Ik heb gewoon gesolliciteerd (lacht). Ik heb ooit nog voor Jeugd en Poëzie gewerkt, en daar deelde ik op een gegeven moment een kantoor met Lotte Dodion, mijn voorganger bij VONK & Zonen. Zo kende ik de organisatie zijdelings al een beetje, en toen die vacature vrijkwam ben ik op gesprek geweest en dat bleek goed te gaan.
Ik hou wel van de combinatie van organiseren en creëren, maar wat me vooral aansprak bij VONK & Zonen, was dat ik daar echt dingen mogelijk kon maken, en daar hou ik van. Wat ik oorspronkelijk ook een heel fijn idee vond, was dat het een heel kleine en wendbare organisatie is, waarbij je veel vrijheid hebt. Het nadeel daarvan is dat je veel vrijheid hebt (lacht). Je moet zelf over alles nadenken, over elke kleine beslissing die gemaakt moet worden, en dat kan soms wel wat overweldigend zijn. Het zou dan ook zeker goed zijn voor een organisatie zoals VONK & Zonen om een beetje uit te breiden en te groeien. Daarover nadenken vind ik ook heel leuk - de lange lijnen trekken en het pad uitdenken, dat zijn dingen die ik hier echt kan doen en dat is heel fijn.
Stemt het werk dat je nu bij VONK & Zonen doet, overeen met wat je op voorhand had verwacht?
Ik heb toch wel moeten zoeken. Ik kwam toe tijdens een periode waarin er binnen enkele maanden een dossier klaar moest zijn voor de komende vijf jaar, en dat was meteen best wel pittig. Er zijn ook andere manieren om binnen te komen bij een organisatie (lacht). Eigenlijk kan je pas na een jaar zeggen hoe een organisatie werkt en wat de ongeschreven regels zijn, en dat begint nu wel te vlotten. Al moest ik ook veel uitvinden. Bij VONK & Zonen heeft alles heel erg lang gehangen aan mijn voorganger, Lotte Dodion. Zij was lange tijd de enige drager. Zij had heel veel structuur opgebouwd, maar dat zat allemaal in haar hoofd, en toen zij wegging nam ze die structuur ook mee. Nu ben ik die structuur weer aan het opbouwen, en aan het zorgen dat het niet in mijn hoofd komt te zitten. Dat is een uitdaging, maar wel nodig, want anders begint VONK & Zonen telkens opnieuw, en dat is niet erg productief. Dus dat ben ik nu vooral aan het uitzoeken.
Als je iets voor het eerst organiseert, loop je een paar keer tegen wat muren aan, die bij de tweede keer dan hopelijk niet meer in de weg staan.
In het voorbije anderhalf jaar heb je dus heel wat verwezenlijkt. Zitten er dingen bij waar je echt trots op bent?
Het Watlab en ik zijn op hetzelfde moment gestart, dus dat heb ik niet helpen voorbereiden, maar wel mee op poten gezet, en daar ben ik enorm tevreden over. Het is heel fijn om te zien dat makers veel hebben aan zo’n maandelijkse intervisiesessie bijvoorbeeld, en dat er ontmoetingen gebeuren die anders misschien niet tot stand waren gekomen. Makers die op het eerste gezicht misschien niet zo veel gemeen hebben, gaan dan toch met elkaar in gesprek, en dan creëer je dingen die anders niet tot stand zouden gekomen zijn. Daar ben ik heel trots op.
Nu zijn we bijvoorbeeld voor de tweede keer ons literair festival aan het organiseren - vers vuur. Dat is een project waar ik nu al trots op ben, en enorm naar uitkijk. Ook op De Vonk ben ik heel trots, het is heel fijn om het project van Pieter Delfosse, ENFIN/SOIT, te kunnen ondersteunen, een project dat moeilijk ergens anders had kunnen landen, aangezien het niet echt in een hokje past. Ik ben heel blij dat hij dat bij ons kan realiseren.

Wat brengt de toekomst voor VONK & Zonen?
Enerzijds willen we graag inzetten op groeien en toch wat uitbreiden, anderzijds willen we zeker de weg behouden die we zijn ingeslagen. Er komt vooral een periode aan van dingen voor de tweede keer te organiseren, wat wel voor een bepaalde regelmaat en rust zal zorgen. Als je iets voor het eerst organiseert, loop je wel een paar keer tegen wat muren aan, en die muren staan de tweede keer dan hopelijk niet meer in de weg. Dan kan je weer stappen zetten, en daar kijk ik zeker naar uit.
Doe jij zelf ook aan literair creëren?
Ja, dat doe ik (lacht). Ik heb een parcours als dramaturg achter de rug, bij verschillende makers, en heb ook lang geschreven voor theater. Tijdens corona veranderde dat in het schrijven voor theatrale wandelingen die ik doorheen Vlaanderen heb georganiseerd. Ik ben toen ook lid geworden van De Klimaatdichters, en dat uit zich nu vooral in het schrijven van poëzie. Ik ben dan ook op dit moment een bundel aan het afwerken. Ik werk vier vijfde, dus dat lukt nu nog. Het is af en toe zoeken en opletten dat werk niet helemaal de overhand neemt, maar dat gaat wel goed. Ik heb ontdekt dat je het belangrijkste op de dag best eerst doet, dus nu sta ik heel vroeg op om eerst twee uur te schrijven voor ik aan mijn werkdag begin. Voor poëzie werkt dat heel goed.
Wat is je meest recente literaire ontdekking?
Ik ben nu Pelgrim Langs Tinker Creek aan het lezen van Annie Dillard, en dat is echt fantastisch. Het is een heel mooi boek, waarin zij beschrijft hoe ze langs een kreek woont, hoe de seizoenen passeren, en hoe die kreek leeft. Het zit vol met natuurbeschrijvingen en reflecties over hoe je je tegenover de natuur kunt verhouden. Heel mooi.
Benieuwd naar het wat, hoe, en waarom van VONK & Zonen? Surf zeker naar hun website.
Commenti