In Hotel Dumont, sinds kort de nieuwe thuis van Literatuur Vlaanderen, ging ik in gesprek met Arman Erdil, die sinds drie jaar beleidsmedewerker literaire projecten en organisaties, uitwisselingen, strips, en de Boon is bij de organisatie die de brug vormt tussen de regering en het veld. We hadden het over hoe Literatuur Vlaanderen zich verhoudt tot het OLO, waarvoor je als organisatie bij hen terecht kan, en het belang van het creëren van een laagdrempelige plek.
Door Lora De Baeremaeker
Het interessante aan het OLO is dat er heel diverse partijen samen aan tafel komen te zitten. Het is een ruimte waar veel kennis en ervaringen samen aanwezig zijn.
Hoe verhoudt Literatuur Vlaanderen zich tot het OLO?
Het OLO is ooit opgericht omdat men inzag dat het goed zou zijn voor de literaire organisaties om een structuur op te zetten die hun belangen behartigt. Literatuur Vlaanderen is dan ook lid geworden van het OLO, maar heeft binnen het OLO geen stemrecht. Wij bevinden ons als organisatie tussen de politiek en de literaire sector. Wij krijgen onze middelen van de Vlaamse regering en daarmee proberen wij dus het Vlaamse landschap te professionaliseren en te ondersteunen waar mogelijk. In de eerste plaats bestaan wij voor de auteurs, en is onze werking gericht op werkbeurzen en steun op individueel niveau, maar evengoed bieden we ook steun aan uitgevers, aan tijdschriften, aan organisaties. Als OLO-lid zijn wij er vooral om vragen en bemerkingen op te vangen, en nieuws te delen die interessant zou kunnen zijn voor de organisatoren. Het interessante aan het OLO is dat er heel diverse partijen samen aan tafel komen te zitten. Het is een ruimte waar veel kennis en ervaringen samen aanwezig zijn.
Waarvoor kunnen literaire organisatoren bij jullie terecht?
In eerste instantie voor de subsidieregeling voor literaire organisaties en projecten. Dat is een subsidieregeling met twee verschillende mogelijkheden. Je kan ofwel structurele steun aanvragen, eens in de vier jaar, om jaarlijks betoelaagd te worden als organisatie. Dat gaat om middelen waar je dus je hele jaarwerking mee kunt ondersteunen. Een andere optie is om subsidies voor projecten aan te vragen. Dat kan voor een jaarwerking van een collectief of organisatie zijn (maar zeker niet meer dan een jaarwerking), of voor ad-hoc projecten, evenementen, en trajecten.
Daarnaast heb je ook de literaire uitwisselingen, die vroeger literair grensverkeer heette. Die regeling staat open voor collectieven, individuen, en organisatoren. Wat daar belangrijk is, is dat er een uitwisseling plaatsvindt doorheen het Nederlands taalgebied.
Er is voor mij een wereld aan auteurs, organisaties, evenementen, … opengegaan, die ik enorm interessant en inspirerend vind.
Doen jullie zelf ook aan literair organiseren?
Nee, dat behoort niet tot onze kerntaken, en we vinden het belangrijk om dat onderscheid te maken. Ondertussen zijn we verhuisd naar een nieuw gebouw, met achterin een tuinpaviljoen dat dient als een vergaderruimte, en die ruimte is beschikbaar voor de literaire organisatoren om te huren, voor een symbolisch bedrag.
Er zijn wel een paar voorbeelden van dingen die we doen die niet tot ons takenpakket horen. Elk Verhaal Telt is het bekendste voorbeeld daarvan. Daarbij is een initiatief voor de volledige sector opgezet. Dan welmet het idee dat dat op termijn een lerend netwerk zou worden en zelfbedruipend kan zijn. In die zin zijn we er zelf dan niet te organisatorisch bij betrokken. Dat gaat dan eerder om zaadjes planten die op termijn zichzelf doen groeien. Daarnaast organiseren we ontmoetingen tussen auteurs en commissieleden onder de noemer ‘liever live’, wat in functie van onze kerntaak tot stand is gekomen. En we maken deel uit van het bestuur van De Boon, maar ook weer zonder stemrecht, met vooral een secretariaatsfunctie.
Hoe ben jij bij Literatuur Vlaanderen terechtgekomen?
Ik ben drie jaar geleden, redelijk onverwacht, bij Literatuur Vlaanderen begonnen. Ik heb niet echt een literaire achtergrond, behalve dat ik altijd al graag heb gelezen. Mijn ambitie was om les te geven. Op het moment dat ik de vacature zag passeren, was ik bezig met het voorbereiden van een voorstel voor een doctoraatsonderzoek, en ik had op dat moment ook een baan als werknemer bij een bank. Ik kende toen iemand die bij Literatuur Vlaanderen werkte, en die me vroeg of die vacature niet iets voor mij zou zijn. Die persoon heeft me aangemoedigd om daarvoor te solliciteren, en dan heb ik me kandidaat gesteld. Ik had nog niet veel affiniteit met het literaire landschap, mijn doel was toen vooral om zoveel mogelijk buitenlandse klassiekers te lezen. De auteurs met wie ik vandaag samenwerk, kende ik meestal nog niet. Er is voor mij een wereld aan auteurs, organisaties, evenementen, … opengegaan, die ik enorm interessant en inspirerend vind.
We vinden het belangrijk dat mensen zich welkom voelen om langs te komen, dat ze geen drempels ervaren om een aanvraag in te dienen, of een vraag te stellen.
Is er in de drie jaar dat je bij Literatuur Vlaanderen werkt veel veranderd binnen de organisatie?
Toen ik begon was er intern al een ambitie om de regeling voor de organisaties en de manifestaties, zoals die toen heette, op een andere manier te organiseren, zodat bijvoorbeeld collectieven ook zouden kunnen aanvragen. De regeling was in die tijd niet toegankelijk voor minder formele organisatievormen , wat we jammer vonden, omdat er veel organisaties waren die de weg naar Literatuur Vlaanderen niet vonden. Die regeling hebben we dan ook samen met de sector geëvalueerd en vervolgens hervormd. We vinden het belangrijk dat mensen ons leren kennen, en dat ze zich welkom voelen om langs te komen, alsook dat ze geen drempels ervaren om een aanvraag in te dienen, of een vraag te stellen, of om samen na te denken over welke subsidieregeling het beste aansluit bij je plannen. Eigenlijk wil je dat als iemand een interessant plan heeft, dat zij zich ook aangesproken voelen door de mogelijkheden die zo een subsidieregeling kan bieden, en zich aangemoedigd voelt om een subsidieaanvraag in te dienen.
Wat is je meest recente literaire ontdekking?
Ik merk dat het bij mij vaak zo is dat hetgene dat ik heel recentelijk heb gelezen, mijn grootste ontdekking wordt. Dus misschien heeft het iets met mijn geheugen te maken (lacht). Nu ben ik bijvoorbeeld Tussen werelden aan het lezen van Juli Zeh en Simon Urban, en daar ben ik een grote fan van. Verder ben ik ook meer poëzie gaan ontdekken, want ik las eigenlijk nooit poëzie. Slangen van Dominique De Groen vond ik heel interessant, en heb ik al vaak teruggelezen.
Nieuwsgierig naar de werking van Literatuur Vlaanderen? Neem zeker eens een kijkje op hun website.
Comments